Kinderverhaal: Roodkapje
 
He? Wat is dat tussen de struiken? Verschrikt staat ze stil. Haar mandje bungelt onnozel aan haar arm. Zie je wel, dat komt er van als je van het pad afgaat. Mama had nog zo gewaarschuwd, maar Roodkapje luistert niet. Ze pakt snel haar mandje en loopt weer terug naar het pad. Nu gaat het goed, want ze loopt op het pad. Precies zoals het hoort. Fluitend vervolgt Roodkapje haar weg.
 
'Dag schone dame, wat doe je?', vraagt een vriendelijke stem. De stem komt van de linkerkant van het pad. Roodkapje loopt door. Ze kijkt express naar de weg voor haar. Want alleen de mensen die op het pad lopen kun je vertrouwen. Toch geeft ze antwoord: ‘Ik ga met mijn mandje met bloemen naar oma, want oma is heel erg ziek..’ ‘Wat vervelend voor je. Hoe heet je eigenlijk?’
Zonder dat ze er erg in heeft, vertelt Roodkapje haar naam en waar ze vandaan komt. Omdat de stem zo vriendelijk klinkt, vertelt ze zomaar dat je niet naast het pad mag lopen en wat er gebeurt als je dat toch doet.
 
‘Zeg Roodkapje, vind je het erg als ik jouw mandje met bloemen draag?’ ‘O nee hoor, dat vind ik juist fijn’, zegt Roodkapje.
Ze staat stil en geeft haar mandje aan de wolf. Nu pas ziet ze wie haar mandje wil dragen. Een wolf! Maar de wolf loopt op het pad, dus is het goed. Nieuwsgierig vraagt ze: ‘Waarom ziet u er zo grijs uit en heeft u van die grote tanden?’ 'Ik werk in het bos en mag niet opvallen. Mensen die me zien denken dat ik alleen dingen kapot maak. Dat doe ik heus niet, want ik ben ontzettend lief. Mijn 3 kinderen wonen thuis en daarvoor zorgen is al moeilijk zat.' Roodkapje luistert geinteresseerd. Pratend lopen ze verder. Roodkapje vertelt, de wolf luistert en glimlacht af en toe. 'Mag ik op de terugweg ook naast je lopen?' De wolf kijkt haar met zoete ogen aan. Hierover hoeft ze niet lang na te denken. Natuurlijk mag dat! Alleen lopen is veel minder leuk dan met z'n tweeen.
 
'Hier moet ik zijn', zegt Roodkapje als ze bij het huis van oma staan. Ze belt aan en wacht. Niemand doet open, zelfs na 5 minuten niet. 'Vreemd', peinst de wolf, 'mag ik je helpen?' Daar maakt Roodkapje geen probleem van. Ze turen en turen... tot hun ogen moe worden. Dan heeft de wolf een voorstel: Roodkapje probeert via de voorkant binnen te komen, de wolf gaat langs de achterkant. En weg is de wolf.
 
Roodkapje klopt op de voordeur. Zachtjes klinkt het: 'Trek aan het touw. De deur gaat vanzelf open.' Roodkapje zoekt en zoekt... eindelijk ziet ze het rode touwtje. Na een paar minuten getouwtrek, staat ze binnen in de gang. Snel loopt ze door naar oma's slaapkamer. He? Ligt oma echt in bed? Ze ziet er zo vreemd uit. 'Verrassing!', roept de wolf vanuit oma's bed. 'Ik ben het. Wat smaakte je oma heerlijk, maar jij zult nog wel verrukkelijker smaken!' Roodkapje lijkt van steen. Dit verwachtte ze niet! 'Maar, maar...', mompelt ze. 'Geloof een wolf nooit op zijn woord', voegt de wolf eraan toe. Hij buigt zich voorover naar Roodkapje.
Op dat moment hoort ze een schot. Verward kijkt ze om zich heen. Voor haar ogen zakt de wolf in elkaar. Rook kringelt er uit het geweer van een man. Roodkapje begrijpt er niets meer van. 'Oeps, vergeten voor te stellen', zegt de man. 'Ik ben de jager die al jaren op deze wolf jaag. Op het pad zag ik dat je met hem praatte en ik wist dat wolven niet te vertrouwen zijn. Ik ben je gevolgd en zo te zien net op tijd, voordat je in de buik van hem belandde...'
 
De jager snijdt de buik van de wolf open. Grootmoeder kruipt kreunend naar buiten.
'Dat was geen pretje tussen het eten van hem te moeten zitten. Bedankt jager, ik kon alles volgen in de buik!' Oma schudt de jager de hand. 'Niets te danken', zegt hij. 'Ik zal je huisje vaker in de gaten houden.' 'En Roodkapje, denk eraan: geen enkele wolf is te vertrouwen, al lopen ze nog zoveel op het pad'. Roodkapje knikt. Samen drinken ze een kopje thee op de goede afloop.

Volwassenen: Lady Centenbak of de ververvreemde vreemdeling
 
Hoe ga je om met iemand die de naam Lady Centenbak draagt en zo wispelturig is als het weer? Zoals haar naam doet vermoeden, zijn tegenstellingen meer regel dan uitzondering bij deze vrouw. Allereerst woont ze in een gemiddeld rijtjeshuis met gemiddelde buren. Aan de linkerkant wonen buren die ze links laat liggen vanwege hun irritatie-gehalte. Het rechterhuis wordt bewoond door lieve schepselen die Lady Centenbak te vaak misbruikt voor persoonlijke doeleinden.
Dan haar tuin. Altijd netjes opgeruimd. Blinkende tegels, een glanzende schutting en stralende bloempotten. Wanneer de herfst zijn afgebladderde bladeren dumpt, schiet ze meteen naar buiten, getogen in haar herfst-opruim-outfit. Vegen, boenen en schrobben doet ze naar hartelust. Aan de buitenkant lijkt het een perfect type. Helaas... de realiteit is weerbarstiger dan men denkt. Lady Centenbak heeft 2 persoonlijkheden. Haar huis lijkt een afspiegeling hiervan. Want hoe blinkend de buitenkant je toelacht, de binnenkant laat je niet binnen. Je struikelt over allerlei dozen en spullen. Ja, Lady Centenbak kent een grote verslaving in verzamelwoede. Het huis heeft overeenkomsten met een levend museum als je alleen let op het krioelende ongedierte tussen de bergen krantenartikelen over bezuiniging en verkwisting van geld. De lucht van muizenuitwerpselen prikkelt je neusgaten wanneer je de keuken binnenstapt. Het aanrecht ligt bedolven onder spaarvarkens die Lady Centenbak elke dag systematisch voorziet van een cent. De hal lijkt op de entree van een paleis met schitterende schilderijen, elegante rijen kapstokken en zacht tapijt. Een blik in de kamer laat je op z'n minst met grote vragen achter.
 
Lady Centenbak keek niet meer op van de chaos of haar dualisme. Zich beter voordoen dan ze was, probeerde ze allang niet meer. Het had toch geen zin. Behalve haar uitstraling, die moest tiptop in orde zijn. Hiermee verborg ze haar stenen hart.
Zo gaf ze aan de voordeur gul aan de Stichting ter Instandhouding van het bedreigde Dier, terwijl ze ’s nachts het pand binnensloop en de collectebussen leegde in haar jurk-met-90-zakken.
Op de vraag waar ze vandaan kwam, hing ze een verward verhaal op tegen haar man. Geloven deed 'ie haar toch wel.
 
Toen ze weer eens midden in de nacht thuis kwam, vroeg Harlekijn Centenbak wat ze deed, zo midden in de nacht. Ze hing een verhaal op over haar verloren armband die alleen bij maanlicht te vinden was. Ook deze keer geloofde Harlekijn haar. Tenminste, dat dacht ze. Ze nam geen enkele notie van zijn opgetrokken wenkbrauw en aarzelend antwoord. Zo vast zat ze verstikt in haar leugens.
'Tijd om eens heerlijk onder de wol te kruipen', zei ze tegen Harlekijn.
'Wat je zegt vrouw', antwoordde hij.
Zo kropen ze samen in bed. Lady Centenbak om uit te rusten van haar nachtelijke rondwandeling en Harlekijn om zijn vrouw te laten geloven dat 'ie sliep...
 
Wanneer de muggen neervielen door Lady Centenbak's gesnurk, sloop Harlekijn naar de kelder. Hij vergrendelde de kelderdeur, zodat niemand van buiten naar binnen kon. Hij startte zijn computer op. Met een druk op de knop verscheen de recente buurt-enquete: een gemiddeld aantal klachten over zijn vrouw. Geen reden om dit te onderzoeken. Maar welk bewijs zorgt voor een subtiele tegenactie richting zijn vrouw? Liefst even subtiel als het gedrag van Lady Centenbak. Eureka! Hij verkleedt zich als een ander, kijken welk effect dat heeft op haar...
In het schemer regelde Harlekijn alle benodigdheden die diezelfde nacht nog werden bezorgd in de kelder.
 
De volgende morgen ging rond 10 uur de bel. Lady Centenbak stootte haar man aan, die zou wel opendoen... 'Harlekijn', zei ze met dikke ogen van de slaap,' doe je even de deur open? Zeker weer zo'n stomkop met een collectebus..' Harlekijn reageerde niet. Langzaam opende ze haar ogen. Harlekijn was verdwenen! De angst greep om zich heen. Wat moest ze zonder haar man die haar altijd steunde en haar grieven voor lief nam? Ze schoot haar verkreukelde nachtpon aan en rende blootsvoets naar beneden. Voor de deur stond een man in een net pak.
'Goedemorgen', zei de man, 'mijn naam is Cornelis Scheurbuik, ik kom met een aanslag van de belasting. Alstublieft! Als u vragen heeft, kunt u mij bellen. Dit is mijn kaartje. Goedenmorgen!' Met een korte zwaai verdween hij uit het zicht.
Lady Centenbak fronste haar wenkbrauwen. Nog nooit had ze geld overgemaakt. Zonder Harlekijn kon ze het niet...